Heemkunde Vlaams-Brabant
Wat is heemkunde ?

 
Dr. Henri Vannoppen
 
 

Wetenschappelijk kunnen we de heemkunde omschrijven als de wetenschappelijke studie van de microkosmos op een multidisciplinaire en interdisciplinaire manier. Een woordje uitleg.

Heemkunde Vlaams-Brabant ziet heemkunde zeer breed. Het is de wetenschappelijke beoefening van de studie van de eigen streek met het gebruik van zoveel mogelijk wetenschappen. Lokale geschiedenis, volksgebruiken, archeologie, industriële archeologie, genealogie, geschiedenis van de speciale teelten, de geschiedenis van het dagelijks leven  zijn slechts enkele van de wetenschappen die hierbij benut worden.

Het 20 puntenprogramma volgens het document ‘Wat is een heemkring?’(1987-1988)

 
     
 
Werkdocument ter discussie "Wat is een heemkring?"
 
     
 

Versie Dr. Henri Vannoppen Cultuur-Historische Vereniging van Erps-Kwerps
naar aanleiding van de kaderdag van 7 november 1987.

1. De heemkring is een vereniging die DE MICROKOSMOS op een MULTIDISCIPLINAIRE wijze onderzoekt. De microkosmos is het eigen dorp, de eigen gemeente, de eigen geografische streek. De heemkring richt zich wat haar leden, bestuursleden en beoefenaars betreft tot zowel de autochtonen die uit de streek afkomstig zijn alsook tot de inwijkelingen die de streek als hun woon- of werkgemeente hebben.
Met het multidisciplinaire wordt de aandacht gevestigd op een reeks wetenschappen die op een of ander manier de microkosmos bestuderen: de lokale geschiedenis, de genealogie, de heraldiek, de banistiek, de metrologie, de cartografie, de demografie, de archeologie, de industriële archeologie, de plant- en dierkunde, de ecologie, de monumentenzorg, de kunstgeschiedenis, de toponymie, de dialectologie…
Deze opsomming is niet beperkend en kan volgens de tijdsgeest altijd aangevuld worden. De heemkunde kan heel wat belangrijk materiaal aanbrengen voor het wetenschappelijk onderzoek omdat er heel wat wetenschappen aan bod komen en omdat vooral de multidisciplinaire benadering verrijkend werkt.

2.  De heemkring poogt in de eerste instantie DE HUIDIGE SAMENLEVING MET HAAR MATERIELE EN GEESTELIJKE CULTUUR TE VERKLAREN. Dit betekent dat een heemkring geen "conservatief gedoe" mag worden. Men heeft drie chronologische benaderingswijzen. Het heden of de samenleving van waaruit men vertrekt en van waaruit de problemen gesteld worden. Het verleden of dikwijls een oorzaak van de huidige problematiek en de toekomst. Zonder astroloog te spelen moet een heemkring ook een beeld hebben hoe een samenleving evolueert naar het jaar 2000 toe. Men moet in 1988 weten welke bronnen in het jaar 2000 zullen belangrijk zijn, want men moet reeds in 1988 de nodige krantenknipsels bijhouden om een beeld te geven van onze tijd voor de mensen van de eeuwwisseling.

3.  De heemkring MAG GEEN PARTICULARISME VERDEDIGEN. Vroeger sprak men dikwijls van een "esprit de clocher" of van een "kerktorenmentaliteit". Dit werkt storend voor een heemkring. De plattelandse dorpen, de steden zijn waardevol maar men moet ze behandelen als de eerste van de concentrische cirkels en als de kleinste cirkel. Men moet de eigen gemeente kunnen vergelijken met andere gemeenten en men moet ze in een regionaal, en een nationaal, ja zelfs in een Europees verband kunnen zien. Een studie over de volksrechtspraak wordt eerst zinvol wanneer men het in een regionaal, nationaal of Europees kader kan plaatsen.

4.  De heemkring moet PLURALISTISCH WERKEN. Dit betekent in de eerste plaats dat alle onderwerpen in verband met een streek aan bod moeten komen. Dit betekent ook dat deskundigen van verschillende wetenschappen met elkaar kunnen werken. Dit betekent dat de personen van verschillende kerkelijke of levensbeschouwelijke of ideologische en politieke strekking met elkaar samen kunnen werken in een heemkring. Het is de rijkdom van positief pluralisme die de heemkundige koepel kan bieden.

5.  Elke heemkring heeft haar MAANDELIJKSE WERKVERGADERING. Op een werkvergadering kunnen zowel minireferaten, als boekbesprekingen als archiefresultaten als inventarissen, als verslagen in verband met straatnamen voor gemeenten als familiegeschiedenissen aan bod komen. Ook het praktische beheer van de heemkring kan tot de werkvergadering behoren vb organisaties van expo’s, van historische stoeten, van volksfeesten en van uitstappen. Wordt de werking te ingewikkeld kan men overgaan naar werkgroepen of commissies. Werkverdeling is essentieel voor een werkvergadering: de bestuursleden moeten elk aan bod kunnen komen met hun eigen bevindingen en onderzoeken.

6.  Elke heemkring heeft een eigen DOCUMENTATIECENTRUM. Dit omvat:

a.  De uitgegeven werken en artikels over de eigen streek (in het origineel of indien niet meer verkrijgbaar in fotokopie)

b.  Verslagen van onderzoeken door de kring uitgevoerd

c. Oude kaarten en plannen: i.v.m. de streek (originelen en fotografische reproducties)

d.  Foto’s van de eigen streek (de geschiedenis, de woningen, de ambachten, de streekgewassen alle heemkundige facetten)

e.  Krantenknipsels en lokale pers

f.   Eventueel filmen uit de streek

g.  Bandopnamen i.v.m. streekfiguren.

7.  Elke heemkring streeft naar een HEEMMUSEUM. Dit wordt opgericht voor één of voor meerdere gemeenten, dus communaal of intercommunaal en liefst in samenwerking met de verschillende gemeente omwille van de continuïteit. De heemkring zorgt er goed vertegenwoordigd te zijn in de Museumcommissie. Het streekmuseum moet zo modern mogelijk opgevat worden.

8.  UITSTAPPEN EN GELEIDE BEZOEKEN zijn belangrijk voor een heemkring. De heemkring kan vaste wandelpaden uitwerken voor wandelaars en fietsers. Natuurwandelingen zijn evenmin te versmaden.
De heemkring werkt mee aan een dergelijke gidsenopleiding voor de streek. De rondleidingen in de gemeente worden onder impuls van de heemkring opgesteld en omvatten mooie landschappen, kastelen, pachthoven, archeologie en industriële archeologie, het kleinmonument…

Naast rondleidingen zijn er ook de uitstappen naar een andere gemeente of naar bezienswaardigheden in gemeenten die tot een andere streek behoren. Het voordeel is tweevoudig. Men leert een andere regio kennen, maar men gaat ook de gebouwen, de gebruiken van de bezochte streek vergelijken met deze van zijn streek en men ziet verschillen of men begint aan nieuwe thema’s in het lokaal onderzoek omdat men in een andere regio iets dergelijks gezien heeft.

9. Een heemkring moet moderne middelen gebruiken. FILMOPNAMEN OF BANDOPNAMEN kunnen in dat kader belangrijk zijn. Op lange termijn zijn het uitzonderlijke documenten.

Voor filmopnamen doet men liefst beroep op deskundige leden uit de heemkring of op filmclubs uit de gemeente. Bandopnamen zijn belangrijk voor de studie van het volkslied, van de dialecten en van de gewoonten uit de streek.

10.  Elke heemkring kan beroep doen op een HEEMKUNDIGE BIBLIOTHEEK. Deze kan zich in eigen lokalen bevinden, of in een museum of deze kan zelf een afdeling zijn van een gemeentelijke bibliotheek. De heemkundige bibliotheek omvat:

a. Algemene werken in verband met de wetenschappen die zich met heemkunde bezighouden

b.  Alle werken over de streek

c.   Literatuur geschreven door inwoners van de streek of personen die in de streek geboren zijn

11.  Een heemkring heeft een GEORDEND KRINGARCHIEF. Dit omvat:

a.  De verslagen van de heemkring

b.  De kasboeken

c.  De briefwisseling

d.  Een exemplaar van het tijdschrift

e.  Foto’s, persknipsels en documenten in verband met de geschiedenis van de kring.

Deze laatste documenten moeten gedateerd zijn. Bij krantenknipsels geeft men ook de naam van de krant. Bij foto’s geeft men ook de namen van de personen die erop voorkomen.

12.  De heemkring doet aan MONUMENTEN- EN LANDSCHAPSZORG. Ze geeft adviezen voor het behoud van merkwaardige gebouwen. Ze onderneemt acties voor het klasseren van belangrijke gebouwen en landschappen. Ze kan ook jaarlijks een prijs voor monumentenzorg uitreiken.

13.  De heemkring beoefent ook THEORETISCHE EN PRAKTISCHE VOLKSKUNDE. Ze onderzoekt volksgebruiken, de jaarkrans, de levenskrans, de oude ambachten, het volksgeloof, de hoevenbouw, de streekdrachten. Ze geeft advies bij het stimuleren van historische stoeten, bij het maken van reuzen en bij het organiseren van volksfeesten. Bij de praktische volkskunde wordt liefst rekening gehouden met twee principes: de authenticiteitidee en de integratie-idee. Met de eerste bedoelen we dat de gebruiken gedetailleerd in de streek moeten opgezocht worden en dat men gebruiken uit de eigen streek moet nemen. Met de tweede leggen we er de nadruk op dat men de klok niet kan terugzetten. Men moet de oude gebruiken en feesten zinvol integreren.

14.  De heemkring organiseert EEN of TWEE VOORDRACHTEN voor zijn leden. Het kan ook uitgroeien tot een PRAATSHOW met een viertal voordrachtgevers die elk vb een ½ uur aan bod komen. Men kan ook een GENEALOGISCHE LESSENREEKS organiseren waar de leden zich vooral afstemmen op de genealogie. De genealogische afdeling of commissie vormt een geheel met de kring.

15.  Elke heemkring heeft haar eigen PUBLICATIEMOGELIJKHEID. Dit kan een eigen jaarboek zijn of een tijdschrift. Men kan ook meewerken aan de bestaande historische tijdschriften uit de streek. Het doel moet in elk geval zijn dat het geleverde heemkundige werk niet verloren gaat voor het nageslacht. De heemkring moet haar ledenschrijvers er op wijzen dat de voetnoten (korte) belangrijk zijn als bewijsmateriaal. Ze geven waarde aan de artikels. Men moet weten waar men de gegevens gehaald heeft, wie de geïnterviewde was. Dit komt de objectiviteit van het onderzoek ten goede.

16.  De heemkring ADVISEERT DE GEMEENTE I.V.M. TOPONYMIE. Elke heemkring stelt best in dat kader een toponymische kaart op voor zijn gemeente. Men verkiest voor straatnamen oude veldbanen, oude benamingen van wegen, van verdwenen kastelen, pachthoven of woningen. Kaartboeken, Atlassen der Buurtwegen, Poppkaarten kunnen hierbij belangrijk zijn.

17.   Elke heemkring heeft haar eigen EMBLEEM. Dit wordt afgedrukt op het briefpapier en op de briefomslag. Het kan elementen bevatten uit de lokale geschiedenis of uit het gemeentewapenschild… Het embleem van het Verbond voor Heemkunde kan erin verwerkt worden.

18.   De heemkring moet ook interesse hebben voor de LOKALE GASTRONOMIE. Dit is ook een belangrijk element van de materiële volkskunde. Studies van witloof, druiven, hop, aardbeien, asperges zijn in dat kader heel belangrijk. Ook de eetgewoonten zijn belangrijk.

Het versterkt de eenheid onder de leden. Het kan een maaltijd zijn met streekproducten of zelfs een historische maaltijd.

19.  De heemkring heeft een PEDAGOGISCHE ROL te spelen. Het onderwijs moet kunnen genieten van de heemkring. Door de samenwerking lager onderwijs – heemkring kan een onderwijsbrochure over de geschiedenis, de aardrijkskunde… van de gemeente tot stand komen. Men werkt best met twee soorten brochures: een leerkrachtbrochure opgesteld door de heemkring en een leerlingenbrochure opgesteld door de lagere school. De oprichting van een werkgroep "Heemkunde en Onderwijs" is in dat kader belangrijk.
Voor het middelbaar onderwijs moet de heemkring de nodige documentatie kunnen bezorgen in verband met vakken die heemgebonden zijn. De studenten van het hoger onderwijs moeten documentatie, bibliografische gegevens kunnen krijgen in verband met de regio bij de heemkring. De heemkring moet een exemplaar van het studiewerk in haar documentatiecentrum bewaren. Een afgestudeerde universitair die over de streek gewerkt heeft is een ideale voordrachtgever waarop de heemkring kan beroep doen.

20.  De heemkring is een vereniging WAAR WETENSCHAPSLIEDEN EN AMATEURS MOETEN KUNNEN SAMENWERKEN. De geest van compromis moet overheersen. Door deze samenwerking krijgt men objectief en degelijk wetenschappelijk onderzoek van de regio (HEEMKENNIS). Er heerst ook de nodige bezorgdheid voor de streek (HEEMLIEFDE) en de nodige inzet om het waardevolle van de streek te bewaren (HEEMSCHUT).

Erps-Kwerps, 15 maart 1988